Ik kende John Steinbeck tot voor kort alleen van zijn auteursfoto, die in de roulatie van screensavers zit op mijn Kindle. Ik had geen idee hoe grappig en wijs deze man was, tot ik door het verschijnen van Geert Maks Reizen zonder John werd geattendeerd op het bestaan van Reizen met Charley. Deze ‘zoektocht naar Amerika’ komt uit 1962 en blikt verrassend scherp vooruit op de ontwikkeling die de VS in de jaren na Steinbecks reis hebben doorgemaakt.
Maar Reizen met Charley is veel meer. Het geeft een definitie van reizen, het laat zien hoe je kunt observeren zonder te oordelen – en als je dat wel doet, dan zonder al te stellig te zijn – en laat alles en iedereen in zijn waarde. Zelfs Rocinante, Steinbecks vervoermiddel, en zijn Franse poedel Charley, die naast Steinbeck zelf het enige grote personage is in dit boek. Dat kan saai klinken, maar is het geen moment. Steinbeck kijkt terug op zijn leven aan de hand van zijn reis door het continent dat hem heeft gevormd, maar dat tegelijkertijd zo anders denkt dan hijzelf. Het boek bevat bespiegelingen over de identiteit van een volk en een individu, over reizen en thuiskomen, over honden en over mensen. Met slechts 250 pagina’s zit het tjokvol wijsheden die ik allemaal wel zou willen citeren. Ik zal het, naast het citaat waarover ik eerder vandaag Twitterde, houden bij één wat langer citaat. Deze passage op de eerste pagina overtuigde mij meteen al om het hele boek te lezen:
Toen ik heel jong was en de drang om ergens anders te zijn voelde, verzekerden volwassen mensen me dat volwassenheid me van dit verlangen af zou helpen. Toen ik, wat jaren betreft, volwassen was geworden, was middelbare leeftijd de voorgeschreven remedie. Op middelbare leeftijd werd mij verzekerd dat een nog hogere leeftijd de koorts zou doen afnemen en nu ik achtenvijftig ben, is senioriteit wellicht de oplossing. Niets heeft gewerkt. Van vier schorre stoten van een scheepsfluit […] begint het te kriebelen. Het geluid van een vliegtuig, een motor die warmloopt, zelfs het geklak van hoefijzers op het plaveisel roepen de oude huivering op, de droge mond en starende blik, de gloeiende handen en het weeë gevoel in de maag. Met andere woorden: ik ga niet vooruit. In nog meer woorden: eens een zwerver altijd een zwerver. Ik ben bang dat de ziekte ongeneeslijk is.
Spot on. Iedereen die van reizen houdt, of van honden, of interesse heeft in geschiedenis en mensen en het leven, zou dit boek moeten lezen. Iedereen zou dit boek moeten lezen.
Klopt helemaal.
Het is zeer inspirerend, op velerlei gebied en inderdaad met dank aan Geert Mak.
John Steinbeck, re-invented!