Anders dan het cliché beweert heb ik best een goed ruimtelijk inzicht, voor een vrouw. Geef mij een kaart en zeg me dat ik naar een bepaald punt moet lopen, en ik doe het zonder omwegen. Maar niet zonder brokken.
Op de een of andere manier ben ik niet zo goed in staat om de afstand tussen mijzelf en de dingen om mij heen accuraat in te schatten. Vooral als ik ook nog iets aan mijn lijf heb – variërend van een rugtas tot een fiets – ben ik een ongeleid projectiel. Geen deurpost is veilig voor mij en bij van die mooi opgestapelde uitstallingen in de supermarkt moet je mij niet in de buurt laten, want het gaat geheid om. Ik ben de vrouwelijke variant van Meneertje Bots.
Weer een blauwe teen van de salontafel
Ik ben niet de enige met dit probleem, blijkt als ik erop google. Er bestaat een heuse hyve (jawel!) met de titel ‘Vallen en overal tegenaan lopen’. De laatste activiteit is van 2010, maar dat komt omdat Hyves is uitgestorven, niet omdat het probleem niet meer bestaat. Want meestal kun je je nog wel verontschuldigen als je tegen iemand opbotst, of je wordt gewoon boos op jezelf omdat je weer een blauwe teen hebt van de salontafel – die daar toch echt al heel lang op dezelfde plek staat. Maar als iets daadwerkelijk kapotgaat, zul je daar toch voor moeten opdraaien.
Bubbeltjesplastic to the rescue
Het beste zou het zijn als de hele wereld verpakt was in bubbeltjesplastic, net zoals bij deze mensen. Helaas zal ik dat buitenshuis nooit voor elkaar krijgen. Misschien moet ik dan mezélf maar verpakken in bubbeltjesplastic. Mocht ik dan zoals de mensen van die hyve ook nog overmatig veel gaan vallen, dan maak ik tenminste altijd een zachte landing.
Ik dacht dat ik de enige was bij wie dit gebeurde. Het is bij mij ook zo erg dat mijn benen vaak onder de blauwe plekken zit.