Ik heb er al het een en ander over verteld, maar ben er weinig inhoudelijk op ingegaan. Vorige week was ik in Frankrijk om te schrijven. Dit stukje gaat over mijn verwachtingen en de resultaten.
Waar ik stond en wat ik verwachtte
Voor vertrek naar Frankrijk had ik pakweg 20.000 woorden geschreven voor mijn nieuwe boek. Dat is ongeveer een kwart, dus het verhaal stond al aardig in de steigers. Ik hoopte dat ik tijdens de schrijfvijfdaagse mijn manuscript* kon verdubbelen. Van andere schrijvers had ik gehoord dat er flink meters werd gemaakt in Frankrijk. Daarnaast wilde ik eens uitproberen hoe het zou zijn om een week lang geen ruis te hebben. Een kans om me alleen te focussen op mijn verhaal. Als dit zou bevallen, kon ik wellicht vaker een ‘schrijfretraite’ inplannen.
Waar ik onder gelijkgestemden was
Zet twintig schrijvers bij elkaar en er wordt meer gepraat dan je denkt. De groep was vanaf dag één betrokken bij elkaars schrijfproces. Het was een feest van herkenning en bemoediging. Van tevoren dacht ik dat ik kwam om te schrijven, wat ook zeker zo was, maar het sterke groepsgevoel kwam daarbovenop. Ik ben wel iemand die zich erg kan laten meeslepen in groepsprocessen. Daar moet ik voor oppassen, want ik kwam met het doel om 20.000 woorden te schrijven. Alleen wat bleek: zo veel woorden in zo weinig tijd, dat kon gewoon niet. Op dag 3 had ik het gevoel dat ik de laatste restjes eruit aan het persen was. Ik schreef sneller dan ik kon denken. Of, zoals een van de andere schrijvers zei: ‘Je buffer is leeg.’ Dat vond ik dan weer zo mooi geformuleerd dat het me niet meer uitmaakte. Even weg van de computer, een wandeling maken of lachen bij het kampvuur, en de buffer liep weer vol.
Waar het verhaal een onverwachte wending kreeg
Aangezien ik al aardig op weg was met mijn verhaal, verwachtte ik dat ik op dezelfde voet door kon gaan. Maar na drie dagen hard werken merkte ik dat het niet goed meer voelde. Op een heel wezenlijk punt in het verhaal liep ik vast. Ik denk dat ik al voelde wat ik moest doen, maar terugdeinsde omdat het zo ingrijpend was. Tot ik bijna niet kon slapen omdat het gevoel zo sterk was: ik moest het omgooien. Daar heb ik vervolgens de hele zaterdag aan besteed. Aan het eind van de dag had ik geen woord extra geschreven, maar had ik wel een manuscript waarmee ik verder kon. Sterker nog: de ideeën voor hoe ik verder moest borrelden meteen weer op.
Waar ik mijn doelen niet haalde, maar veel meer bereikte
Ik ging dus niet weg met een manuscript van 40.000 woorden. Het zijn er bijna 10.000 minder. Dat heeft alles te maken met bovenstaande wending en ik vind het niet erg. Het woordenaantal is ondergeschikt aan de kwaliteit van die woorden. Ik nam dus een veel beter manuscript mee naar huis dan waar ik mee kwam. Daarnaast heb ik nieuwe mensen leren kennen, een kort verhaal geschreven om mijn gedachten te verzetten en het belangrijkste: mijn focus hervonden.
*Overal waar ‘manuscript’ staat, moet je eigenlijk ‘manuscript-in-wording’ lezen. Vond ik wat te lang om telkens te typen.
Foto’s zijn van Suzanne Peters en Suzanne Wouda