Lezen in je kindertijd is een avontuur. Omdat het stiekem moet, met een zaklamp onder de dekens, maar vooral omdat de wereld in boeken zo vol is van nieuwe ervaringen. In het tweede hoofdstuk van Mijn leven is mooier dan literatuur gaat Jannah Loontjens in op de vraag: welke boeken vormen je?
In NRC Handelsblad hadden Margot Dijkgraaf en Martijn Meijer een tijdlang een rubriek waarin ze schrijvers interviewden over ‘het beslissende boek’. Ik las die rubriek graag en probeerde te bedenken wat voor mij het beslissende boek was. Ik had Kikker en Pad kunnen noemen, maar ook De gebroeders Leeuwenhart of Ronja de Roversdochter van Astrid Lindgren of De zwarte hengst van Walter Farley, The Subterraneans van Jack Kerouac, The Bell Jar van Sylvia Plath, Mrs. Dalloway van Virginia Woolf of Kalme chaos van Sandro Veronesi en ga zo maar door, voor elke periode een ander beslissend boek.
Ik denk dat iedereen zo’n opsomming zou kunnen maken. De levensfase waarin je je bevindt is bepalend voor wat je leest, en wat je leest is bepalend voor hoe je die periode ervaart – en vooral hoe je erop terugkijkt. Mijn beslissende boeken zijn onder meer De vijf detectives van Enid Blyton (de hele reeks, ontelbaar vaak), de boeken van Carry Slee, Spelonken in je hoofd van Harm de Jonge, De dagen van de bluegrassliefde door Edward van de Vendel, Het gouden ei van Tim Krabbé, tegen het einde van de middelbare school alles van Ronald Giphart, en ga zo maar door. Al die boeken hebben me dingen geleerd over het leven. Maar wat ik niet doorhad, was dat ze me ook iets leerden over het schrijven.
Een tijdje terug schreef ik een blogpost over boeken met schrijftips, en dat ik die liever niet meer lees. In plaats daarvan lees ik andere boeken om van te leren. Boeken die ik heel goed vind en boeken die ik niet om door te komen vind: beide soorten helpen mij verder. Loontjens vertelt in het tweede hoofdstuk van Mijn leven is mooier dan literatuur ook hoe het lezen verandert als je zelf schrijft. Een boek meerdere keren lezen is geen uitzondering: eerst om door het verhaal heen te racen, dan nog een keer om te ontdekken hoe de auteur het voor elkaar kreeg dat je er zo snel doorheen vloog. Dat sla ik allemaal ergens op en zodra ik zelf weer ga schrijven, heb ik daar profijt van.
Toch zijn de meest bepalende leeservaringen ook nu nog de eerste lezingen van boeken die ik simpelweg steengoed vind. Om welke reden dan ook: omdat ik van een personage ga houden, omdat ik hardop moet lachen, omdat ik elke zin wel wil inlijsten, omdat ik tot vier uur in de nacht doorlees van de spanning. Dan vergeet ik heel even dat ik zelf schrijver ben. Dat komt pas weer op het moment dat ik het boek dichtsla en denk: ik wil ooit net zo goed worden als dit.
Deze week schrijf ik in vijf delen over Mijn leven is mooier dan literatuur, naar de vijf hoofdstukken van het boek van Jannah Loontjens. Mijn blogs zijn onderdeel van een blogtour die uitgeverij Ambo|Anthos voor het boek organiseert.
Deel 1: Begin van een begin
Deel 2: Invloedrijke leeservaringen
Deel 3: Literatuur en zo
Deel 4: Schrijvers en waarheden
Deel 5: Eindig
Grappig dat je De Vijf vermeld, dat is ook mijn eerste ‘beslissende’ literatuur 🙂
Wat leuk! Volgens mij hebben heel veel mensen dat met de boeken van Enid Blyton. Zij schreef zo inspirerend. Ik denk dat het in eerste instantie dankzij haar is dat ik zelf wilde gaan schrijven.