Vrouwelijke Nederlandse schrijvers vallen te weinig op, vindt Jamal Ouariachi in een stuk in de Boekenweekspecial van Vrij Nederland. Of zijn betoog hout snijdt, wordt betwist, onder andere door de welbespraakte Lieke Marsman (wier stuk op de site van Tirade bijna nog meer publiciteit kreeg dan het oorspronkelijke betoog van Ouariachi) en door Femke van Wiggen op de site van Opzij, een van de door Ouariachi bekritiseerde partijen. Het stuk van Marsman was het eerste dat ik las over de kwestie en pas later viel Vrij Nederland op de mat zodat ik kon lezen wat Ouariachi had geschreven, wat ik op dat moment met door de voorpret verdrievoudigde interesse deed.
Size matters
Waar het op neerkomt: Ouariachi vraagt zich af of er geen grote vrouwelijke schrijvers zijn in Nederland, en als die er wel zijn, waarom ze zich dan niet in groteren getale manifesteren. Buiten dat ze er absoluut zijn – oud en jong, al hebben de jongere schrijvers wellicht nog wat tijd nodig om volledig tot wasdom te komen en zich aan te sluiten bij de ‘oudere dames’ (en heren) van de literatuur – is zijn definitie van ‘groot’ erg masculien: size matters, beweert hij nogal ongelukkig. Even later noemt hij omvang zelf ook ‘banaal’ en voert hij aan dat opvallen op meer manieren kan: in stijl, compositie, originaliteit, experiment. Wat vrouwen helaas te weinig doen, vindt Ouariachi.
Is dan de stijl van Maartje Wortel niet opvallend? Experimenteert Hanna Bervoets niet met thema’s en karakters die je in romans weinig tot niet ziet? Is de manier waarop Esther Gerritsen alles zegt over relaties door middel van dialogen niet uniek? Dit zijn stuk voor stuk vrouwelijke auteurs die opvallen, omdat ze méér betekenen voor de literatuur dan ‘eens in de drie jaar een traditioneel romannetje van 250 pagina’s’. Volgens Ouariachi moet de lat echter nog hoger. En dan komen we op het punt waar ik de grootste moeite mee heb.
Middle-of-the-road
Het lijkt namelijk alsof Ouariachi veronderstelt dat vrouwen zich er bewust makkelijk van af maken. Alsof hij denkt dat een vrouwelijke auteur tijdens het schrijven van haar boek redeneert: laat ik maar fijn middle-of-the-road doen, daarmee kom ik het verst. Marsman zet daar in haar stuk een ontnuchterende kijk tegenover: de lat ligt voor vrouwen juist veel hoger dan voor mannen. ‘Je moet wel heel erg goed zijn als vrouw, wil je nog een beetje kans maken. Uit zijn [Ouariachi’s] artikel blijkt eerder dat mannen de lat nogal laag leggen voor elkaar: joe, schrijf een dik boek, heb een grote mond – and you’re in.’
Hoewel ik dit niet graag op de man wil spelen, is het moeilijk om daaraan te ontkomen. Ik vraag me dan namelijk af hoe Ouariachi zelf te werk gaat. Dacht hij tijdens het schrijven van Vertedering geen moment: deze male chauvinist pig met zijn verwrongen vrouwbeeld die ik als hoofdpersoon opvoer is al veel vaker gezien in de literatuur? Voelde hij zich niet geroepen om er nog 200 pagina’s bij te schrijven, zodat zijn boek een lekker dikke rug zou krijgen die goed opvalt in de boekenkasten? En toen hij hoorde van zijn nominatie voor de Gouden Boekenuil, dacht hij toen niet: dat riekt naar beleid, want mijn boek is nogal middle-of-the-road? Natuurlijk niet. Op het moment dat je als man op de shortlist staat van een serieuze literatuurprijs, vrees je niet dat je nominatie voortkomt uit ‘politieke correctheid’.
Elke vrije minuut
En die dingen hóéft hij ook niet te denken. Want hoewel ik het boek in kwestie verre van het beste vind dat ik de afgelopen jaren heb gelezen, zijn er meer dan genoeg mensen die het heel goed vinden. Zijn boek hoeft niet Alle Andere Boeken Overbodig Te Maken. Dat hoeft geen enkel boek. De grote schrijver schrijft het boek dat op dat moment voor hemzelf (of haarzelf) het hoogst haalbare is. Op alle vlakken: stijl, compositie, originaliteit, experiment en ja, ook omvang – of die nu 200 pagina’s is of 600. Dat red je op zeker niet met een parttimementaliteit; dat red je alleen als je naast al je andere bezigheden ’s avonds, ’s nachts en ’s weekends, als je elke vrije minuut aan je boek werkt. Dat red je alleen als je het liever dan alles wilt.