Over het fenomeen inspiratie zijn schrijvers het pertinent oneens. De een hoopt erop en bidt ervoor, de ander claimt dat het niet bestaat. Zoals altijd zal de waarheid wel ergens in het midden liggen, maar één ding is wat mij betreft zeker: inspiratie komt vrijwel nooit van binnenuit.
Mijn belangrijkste inspiratiebronnen, in willekeurige volgorde:
* Het schrijfwerk van anderen: boeken, tijdschriften, blogs, noem het maar op. Ik verslind het en ben altijd gefocust op de taal, de verhaallijn, de kleine pareltjes die erin zitten. Door te lezen komen er bij mij vanzelf nieuwe ideeën op.
* Gesprekken met en van anderen. Elke dag haal ik wel een mooie zegswijze uit een gesprek of zet een gesprek mij aan het denken over een bepaald onderwerp. Wees dus gewaarschuwd: alles wat je tegen mij of in mijn bijzijn zegt, kan in verhaalvorm gebruikt worden.
* Nieuwe plekken. Of dat nu een nog onontdekte straat is in mijn eigen stad of een land waar ik nog nooit ben geweest, het maakt mijn radertjes aan het draaien en brengt me altijd op nieuwe ideeën.
* Film en tv. Een mooiere combinatie van verhaallijnen en gesprekken kan ik niet bedenken. Lezen en luisteren tegelijk, niets geeft op zo veel vlakken inspiratie als dat.
* Muziek. Een vreemde eend in de bijt omdat muziek niet beschreven kan worden, maar de sfeer die het oproept is voor mij onmisbaar. Ik schrijf bij het luisteren van Rihanna heel andere dingen dan wanneer ik Moby opzet.
Opvallend aan al deze bronnen is dat ze op zichzelf geen bruikbaar verhaal bevatten (of omdat het geen verhalen zijn, of omdat de verhalen al zijn gebruikt, zoals bij het lezen van andere boeken). Wat ik eruit haal is dus veeleer een soort ruw materiaal. Dat hoopt zich op in mijn hoofd en het kan soms jaren duren voor het eruit komt. Als er ineens een idee uit mijn hersens komt rollen schrijf ik het op en als ik besluit het uit te werken, kijk ik of ik er een verrassende twist aan kan geven. Ik voeg dingen samen; ik leg personages dingen in de mond; ik creëer een nieuwe wereld op basis van alle stukjes die ik heb verzameld. Is dat inspiratie? Nee. Nou, vooruit, misschien dan een héél klein beetje. Af en toe heb ik zo’n moment waarin het universum – of wie/wat dan ook – me iets aanreikt. Maar dat is zeldzaam. Het leeuwendeel van mijn inspiratie is in feite exspiratie.
Mooi verwoord! Ik denk ook dat inspiratie (of expiratie) niet in één omschrijving te vangen is. Het is zó persoonlijk. Maar juist daarom blijft het fenomeen an sich steeds weer boeien.
Dank je! Je hebt gelijk, het blijft mij ook boeien. 🙂
Wat ontzettend goed onder woorden gebracht! Inspiratie (of inderdaad eigenlijk expiratie) is zo lastig te omschrijven.
Dat is geen leven zo; als je bij alles denkt van hoe doen ze dat. Maar ik herken het wel. Goed nieuws voor je; je lag niet hier op de vrijmarkt. Ze willen je boeke niet kwijt. Wel veel van Giphart en van Kooten en zo.
Ik weet het… maar ik kan er niets aan doen. Het is eigenlijk helemaal niet leuk, hè, schrijver zijn.
Dat is zeker goed nieuws!
goed fragment van je nieuwe boek! Alleen waarom doet ze het?
Bedankt Willem. 🙂 Die vraag staat centraal in het boek; waarom doet ze het.