Toen ik de eerste schreden zette op het schrijverspad, begaf ik me ook veel op schrijversfora. Wij nog niet gedebuteerde schrijvers hadden een heleboel dromen, maar evenzoveel nachtmerries. De grootste was dat we een manuscript naar een uitgeverij zouden sturen en het enige tijd later in grote stapels in de boekhandel terug zouden zien, maar niet met onze eigen naam erop. Hoe kon je dan ooit nog bewijzen dat het jóúw werk was waarmee ze aan de haal waren gegaan?
Er zitten in deze nachtmerrie een paar heel ongeloofwaardige elementen. Ten eerste is de kans klein dat je als debutant een zodanig goed boek hebt geschreven dat het meteen in grote stapels naar de boekhandel kan, al dan niet met jouw naam erop. (Maar dat hoort bij het droomgedeelte: ook ik hoopte dat Gemma & partners meteen een dikke verkoophit zou worden omdat de kwaliteit zich vanzelf zou bewijzen. Sindsdien heb ik een hoop geleerd over hoe het boekenvak werkt, zullen we maar zeggen. Daarover misschien een andere keer meer.) Daarnaast is een uitgeverij, zeker de grote uitgeverijen waar je als beginnend schrijver vol goede moed je manuscript naartoe stuurt, een bonafide bedrijf dat zijn naam niet te grabbel zal gooien door het script van een onbekende auteur te confisqueren en daarmee allerhande risico’s te lopen.
Maar wat een uitgeverij niet doet, kan een andere auteur misschien wel doen. Over deze oerangst onder aspirant-auteurs is een geweldige – zij het totaal bizarre – film gemaakt: Gentlemen Broncos. In deze film schrijft de jonge Benjamin science fiction-verhalen, deels geïnspireerd op zijn afwezige vader. Zijn moeder is kledingontwerpster en ondanks haar schamele inkomen steunt ze hem in zijn ambitie, ook als hij naar een schrijversconferentie wil gaan waar zijn grote held Dr. Ronald Chevalier zijn wijsheid zal overbrengen. In zijn openingsspeech maakt Chevalier bekend dat er een wedstrijd is tijdens deze conferentie: de jonge schrijvers mogen hun manuscripten indienen en het beste zal gepubliceerd worden.
Zonder aarzelen levert Benjamin zijn manuscript ‘Yeast Lords: the Bronco Years’ in, en dan blijkt zijn manuscript niet alleen het beste te zijn van alle ingediende verhalen, maar zelfs beter dan wat Chevalier zelf op dat moment uit zijn pen kan krijgen. Chevalier, die bijna door zijn uitgever eruit wordt gebonjourd omdat hij niks fatsoenlijks meer schrijft, past Benjamins script iets aan en geeft het een andere titel, waarna het in grote stapels naar de boekhandels gaat en een vette hit wordt. En Benjamin… kan hij ooit bewijzen dat het eigenlijk zijn verhaal was?
Deze film speelt geniaal met een angst waarvan ik zeker weet dat nog steeds heel veel beginnende schrijvers er last van hebben. Tegen hen allemaal zou ik willen zeggen: wees niet bang, niemand gaat met je verhaal aan de haal. Wees alleen op je hoede als je een type als Dr. Ronald Chevalier tegenover je vindt.
Foto: still uit Gentlemen Broncos