Zo groot als Parijs is – al valt dat lopend erg mee, ontdek ik nu ik vaker straatniveau kies in plaats van de ondergrondse – zo overzichtelijk is het groepje internationale schrijvers. Gisteren deed ik mee aan twee workshops, een van Paris Lit Up en een van Spoken Word Paris. Deze twee samen vormen, met flink wat kruisbestuiving overigens, de Engelstalige schrijverscommunity in Parijs.
Na de middagworkshop, waarin ik een gedicht had laten lezen dat ik bij hoge uitzondering had geschreven, ben ik met twee deelnemers koffie gaan drinken om te praten over schrijven. De avondworkshop was nog drukker bezocht en ook daar kreeg ik waardevolle feedback, op een niveau waardoor ik het kan doortrekken naar al mijn schrijven – dit is lastig uit te leggen zonder al te technisch te worden, maar voor mij is het geweldig. En ook hier was er een nazit; we gingen met z’n allen naar Le Bistrot des Artistes (briljante naam). Wat me daar opviel en wat me al eerder is opgevallen is hoe geïnteresseerd iedereen is in elkaars leven en schrijven – wat overigens niet twee aparte dingen zijn maar juist heel erg verweven – en hoe opbouwend en oprecht deze community is. Wat ik nog bijzonderder vind is dat ik er meteen in werd verwelkomd, dat iederéén meteen wordt verwelkomd.
Simon, de workshopleider van de avondworkshop gisteren, vertelde me over een schrijfster die voor het eerst naar de workshop kwam en aarzelde om voor te lezen. “I’m just a desperate writer,” zei ze. Waarop hij zei: “We’re all desperate writers.” En dat is het. We zijn wanhopige schrijvers, want we kunnen het niet helpen dat we schrijven, en al bereikt niemand ooit echt helemaal wat hij ermee wil want er bestaat niet zoiets als ‘het maken’, de wanhoop zou nog groter zijn zonder het schrijven, en een schrijverscommunity als deze helpt mensen minder te wanhopen, want het moedigt ze aan om te blijven schrijven.
Dat is wat ik hier doe. Ik schrijf in Parijs, dus voor nu ben ik een (internationale) schrijver in Parijs. Vanavond is er weer een evenement, de tweede keer dat ik een stukje zal optreden, en ik weet al van een paar mensen die ik ken dat ze erbij zullen zijn. Kende ik afgelopen donderdag nog niemand, gisteren zeiden we voor het sprintje naar de metro: tot morgen! Nou, ik vind dat gewoon tof. Het maakt me warm vanbinnen en ik krijg er goede schrijfzin van. Het maakt me algeheel blij.